Een bouw- of lijnlaser is een precisie-instrument. Een kleine afwijking kan voor vervelende meetfouten zorgen. Daarom is het belangrijk om zorgvuldig met je laser om te gaan.
De nauwkeurigheid van een laser is erg belangrijk. Tijdens gebruik of vervoer kan er een afwijking ontstaan door schokken of trillingen. We raden daarom aan om voor gebruik zelf de nauwkeurigheid te controleren. Hoe dit moet staat meestal vermeld in de handleiding. Daarnaast is het belangrijk om het instrument jaarlijks door een gespecialiseerd service center te laten controleren. Eigenlijk zoals een APK bij een auto. Zo weet je zeker dat je op je laser kunt vertrouwen.
Het controleren van de nauwkeurigheid van een laser wordt ook wel kalibreren – of kalibreren, justeren – genoemd. Dit wordt gedaan met speciale geijkte apparatuur. De gemeten waardes worden dan vergeleken met de fabrieksspecificaties. Wanneer er afwijking is, wordt deze aangepast zodat de laser weer nauwkeurig is. Alles wordt vastgelegd in een kalibratierapport en op de laser wordt een sticker geplakt met de maand en het jaar waarop de laser weer opnieuw moet worden gekeurd.
Is je bouwlaser gevallen of heeft hij een flinke klap gehad? Dan kan
het zijn dat hij er van de buitenkant nog goed uitziet, maar de kans is
groot dat aan de binnenkant meer aan de hand is. Het mechanisme in de
laser is gevoelig voor beweging, vooral wanneer het om een harde klap
gaat. Daarom adviseren wij de laser na een val of stoot altijd via ons
aan te laten melden voor kalibratie.
In het service center wordt de
laser dan nagekeken. Moet hij gerepareerd worden? Dan worden de kosten
besproken. Hierna kan de laser gerepareerd en gekalibreerd worden of –
in geval van te veel schade – vervangen worden door een nieuwe.
Naast de controle door het service center, is het belangrijk om ook zelf goed met de laser om te gaan. Dit doe je bijvoorbeeld door de laser tijdens vervoer in een stevige koffer of tas te doen en te zorgen dat deze niet te veel kan verschuiven. Heeft de laser een pendule om hem waterpas te stellen? Schakel dan de Smart Lock – ook wel transportbeveiliging – in om de pendule te vergrendelen.
Een laser is gevoelig voor vallen of stoten. Hierdoor kan er afwijking ontstaan en is de laser minder nauwkeurig. Om vervelende meetfouten te voorkomen is het daarom goed om de nauwkeurigheid van de laser voor gebruik zelf te controleren.
Het kan gebeuren dat je laser vochtig wordt. Bijvoorbeeld wanneer je hem buiten in de regen hebt gebruikt. Dit is niet direct een probleem, aangezien een laser over het algemeen (spat)waterdicht zijn. Dit kun je zien aan de IP-waarde van je laser. Wel is het heel belangrijk om je laser nooit vochtig in een koffer af te sluiten. Hierdoor kan het water niet weg en zal het de laser binnendringen. Laat de laser dus altijd eerst opdrogen voor je hem in de koffer opbergt.
Volg dan dit stappenplan!
1. Set je statief op en zorg dat deze mooi vlak staat
2. Monteer je laser op het statief
3. Zet je laser aan en wacht tot hij is genivelleerd is.
4. Zet de ontvanger aan in de meest nauwkeurige modus
5.
Zoek een punt op ong. 30 meter en plaats een markering op het nulpunt,
benader de laserstraal met de ontvanger altijd vanaf dezelfde kant
(bijvoorbeeld van bovenaf)
6. Draai de laser 180 graden
7. Wacht weer tot hij is genivelleerd is.
8. Plaats een markering op dezelfde plek. Let erop dat je de laser vanuit dezelfde richting benadert.
9. Draai de laser 90 graden
10. Markeer weer het nulpunt op dezelfde manier
11. Draai de laser 180 graden
12. Plaats op dezelfde manier de laatste markering
13. Controleer de afstand tussen de vier markeringen
14. Is de afstand groter dan 3 mm? Neem dan contact op met ons om de laser aan te melden voor een kalibratie.